Welkom op de mottenmonitor. Hier vindt u een kort en bondig overzicht van de belangrijkste rupsen in de appel- en perenteelt in Nederland.
Vroege fruitmot
Pammene rhediella
Herkennen
MOT: Ca. 5 mm. Donkerpaars met kenmerkende oranje vleugeleinden. Met toegevouwen vleugels lijkt de mot op een knopschub.
EIEREN: Plat, rond en zilverglanzend. Eiafzet: afzonderlijk in bloemclusters of jonge vruchtclusters, of op de onderkant van bladeren.
LARVE: Tot 10 mm lang, eerder mollige rups. Crème-achtig tot grijsachtig wit met bruine wratten. Kop- en halsschild bruinachtig.
Levenscyclus
Vliegt vanaf mei. Eiafzetting bij avondtemperatuur >15°C en dagtemperatuur minimaal 2 dagen >18°C.
Per jaar één generatie.
Schade
Vanaf mei
Jonge larven spinnen zich in en vreten het oppervlak van de vrucht aan. De zogenaamde 'snoepvreterij'. De hierdoor ontstane wondjes zijn invalspoort voor schimmels.
Vanaf juni
Oudere rupsen veroorzaken vaak meerdere fijne vraatgangen zonder uitwerpselen. Deze komen via de boorgangen naar buiten. De gangen verkurken. De pitten vreten ze niet aan.