Welkom op de mottenmonitor. Hier vindt u een kort en bondig overzicht van de belangrijkste rupsen in de appel- en perenteelt in Nederland.
Grote wintervlinder
Erannis defoliaria
Herkennen
MOT: Vrouwtje: ca. 12 mm, geelwit met zwarte stippen. Vleugelloos en lange poten. Mannetje: gevleugeld, ca. 30 mm. Bleekgeel met roodbruin en veel fijne zwarte stippen in variabele patronen.
EIEREN: 0,9 x 0,5 mm ovaal. Geelachtig - grijsachtig. Eiafzet: in schorsspleten.
LARVE: Tot 35 mm. Rups (spanrups): rugzijde roodbruin met donkere streep over het midden. Buikzijde geelachtig. Zijdelings een gele band, waarin witte ademhalingsopeningen omgeven door donkerbruine ringen. Achterlijfspoten roodachtig.
Levenscyclus
Eén generatie per jaar.
Schade
VOORJAAR
Rupsen vreten eerst blad- en bloemknoppen aan. Daarna bladeren en jonge vruchten. Aangevreten bladeren worden samengesponnen. Schade aan de vrucht groeit uit tot diepe verkurkte gaten tot op het klokhuis. Deze vruchten vallen vaak vroegtijdig af.